Stap voor stap doorgroeien in de Heelkunde

1
ziekenhuis verzorgt de A-opleiding
7
ziekenhuizen verzorgen de B-opleiding
18
opleidingsplaatsen per jaar (gemiddeld)
Essentiële eigenschappen voor een goede chirurg zijn handvaardigheid en stressbestendigheid. Ook moet hij/zij snel beslissingen kunnen nemen, overzicht houden, samenwerken en bereid zijn rekening te houden met de grenzen van zijn/haar kunnen. Hét grote misverstand is dat chirurgen alleen maar opereren; diagnostiek, preoperatieve evaluatie, postoperatieve zorg en follow-up maken een belangrijk deel uit van de werkzaamheden van een chirurg. Goed kunnen communiceren is dus ook voor een chirurg belangrijk.
De Nederlandse Vereniging voor Heelkunde heeft voor de opleiding tot chirurg het land in acht regio’s verdeeld. Iedere regio bestaat uit een academisch of universitair ziekenhuis met omliggende (zogenaamde perifere) opleidingsziekenhuizen. In iedere regio afzonderlijk wordt de opleiding gecoördineerd door een eigen Regionale Opleidingscommissie (ROC). De opleiding Heelkunde in het noordoosten van het land is regio VI.
Regio VI beslaat heel Noord- en Oost-Nederland. In totaal zijn hier acht ziekenhuizen gezamenlijk verantwoordelijk voor de opleiding tot chirurg..
Leidend voor de opleiding is het landelijke opleidingsplan SCHERP, dat door de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde is ontwikkeld. Het regionale opleidingsplan is hiervan afgeleid. Daarnaast heeft ieder ziekenhuis weer lokale plannen en uiteindelijk heeft de aios in de regio een persoonlijke of individuele opleidingsplan met zijn of haar eigen leerdoelen.
De opleiding tot chirurg duurt 6 jaar. Je volgt de opleiding gemiddeld 2 jaar in het UMCG en 4 jaar in een perifeer ziekenhuis.
De opleiding kent verplichte stages in de abdominale chirurgie, chirurgische oncologie, hepatobiliaire chirurgie, kinderchirurgie, levertransplantatie, transplantatie en orgaandonatie, traumachirurgie, vaatchirurgie, centrale spoedopvang en intensive care. Je kunt tevens een keuzestage volgen in deze deelgebieden.Ook kun je (in overleg) stages volgen in de hepatobiliaire chirurgie, kinderchirurgie, levertransplantatie, transplantatie en orgaandonatie of de intensive care.
De aios volgen de landelijke toetsen. Verder zijn de voortgangs- en beoordelingsgesprekken die gevoerd worden met de opleider bepalend voor de voortzetting van de opleiding.
De opleider Heelkunde in het UMCG is dr. R.J. van Ginkel. Plaatsvervangend opleider is dr. J.F.M. Lange.
De aios volgt (verplichte) cursussen van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (de zogenaamde CASH-cursussen). Daarnaast volg je regionaal aangeboden cursussen volgens een regionaal overzicht, gebaseerd op landelijke regelgeving waaronder bijvoorbeeld de anatomische modules en cursussen laparoscopie.
De aios volgen de landelijke toetsen. Verder zijn de voortgangs- en beoordelingsgesprekken die gevoerd worden met de opleider bepalend voor de voortzetting van de opleiding.
Gedurende de laatste twee jaar van je opleiding kies je een bepaalde differentiatierichting, zodat je uiteindelijk dus bent opgeleid tot medisch specialist in een van de genoemde chirurgische subspecialismen.