Het specialisme van nu

16
opleidingsplekken in het Noorden
12
opleidingsinstellingen
12
opleidingsinstellingen
Als specialist ouderengeneeskunde werk je in het ziekenhuis of verpleeghuis of bij de patiënt thuis. Je werkt samen met andere disciplines en zoekt naar de best passende medische behandeling die aansluit op de voorkeuren van de patiënt. Communicatie en samenwerking staan hierin centraal.
Bij de behandeling van kwetsbare ouderen kan behoud van functionele vermogens, de juiste ’care’ en autonomie prevaleren boven ‘cure’. Kenmerkend voor het vak is de multi-morbiditeit die vaak ontstaat door veroudering of een chronische ziekte, ongeacht de leeftijd en setting van de patiënt.
Binnen het vak vind je verdieping door aanvullende kaderopleidingen:
- geriatrische revalidatiezorg, gelieerd aan het werk van de revalidatiearts
- psychogeriatrie (dementiezorg)
- palliatieve zorg
- opleiden
- eerstelijns werkzaamheden.
De opleiding tot specialist ouderengeneeskunde duurt 3 jaar. De opleiding is zeer praktijkgericht (80%), aangevuld met cursorisch onderwijs vanuit het UMCG op zogeheten terugkomdagen. Tijdens de terugkomdag wissel je ervaringen uit en verdiep je je kennis en kunde.
In het eerste jaar van de opleiding volg je vooral intramurale stages in het verpleeghuis op de afdelingen psychogeriatrie en chronische somatische zorg. De directe begeleiding is in handen van de opleider op de locatie.
In het tweede jaar volg je externe stages in het ziekenhuis (vaak op afdeling interne / geriatrie of neurologie) en in de ambulante GGZ.
In het derde jaar heb je als aios meer autonomie. Naast vaste onderdelen – geriatrische revalidatiezorg en een wetenschappelijk project – krijg je ruimte voor een eigen keuzestage. Daarnaast volg je modulair onderwijs op de terugkomdagen.
Er is een landelijk toetsplan.
Mevrouw dr. C. Tibben is het hoofd van de opleiding Ouderengeneeskunde Groningen. De opleiders / stagebegeleiders in de praktijk zijn verbonden aan de zorginstellingen waarmee de opleiding samenwerkt.
Gedurende de opleiding heb je in totaal 120 terugkomdagen. 25 daarvan hebben een landelijke invulling: onder meer de jaarlijkse congressen van Verenso en de START-class van Scola Medica. De opbouw van de terugkomdagen wisselt, afhankelijk van het opleidingsjaar. Voor details: zie het landelijk opleidingsplan
Nadat je de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde hebt afgerond, kun je je via een kaderopleiding verder bekwamen in de hierboven beschreven sub- specialismen.
Als je als aios graag promotieonderzoek wilt doen bestaat de mogelijkheid om een zogeheten AIOTO-traject te volgen: een combinatie tussen promotieonderzoek en opleiding tot specialist ouderengeneeskunde.
Tijdens de opleiding zelf krijg je wetenschappelijke scholing en in het derde jaar doe je een wetenschappelijk onderzoek. Deze laatste opdracht kun je verder verdiepen in een keuzestage ‘Wetenschap’ van 3 maanden.
Voor de uitvoering van het wetenschappelijk onderzoek kun je gebruikmaken van de kennis en infrastructuur van het Universitair Netwerk Ouderengeneeskunde van het UMCG (UNO-UMCG), waarin het onderzoek van de sectie ouderengeneeskunde is verenigd. Het UNO-UMCG is een samenwerking tussen het UMCG en 20 zorgorganisaties in Noord- en Oost-Nederland.