Doorgroeien in de Orthopedie

1
ziekenhuis verzorgt de A-opleiding
5
ziekenhuizen verzorgen de B-opleiding
6
opleidingsplaatsen per jaar (gemiddeld)
Een orthopeed behandelt (operatief en niet-operatief) stoornissen aan het houdings- en bewegingsapparaat, inclusief de wervelkolom. Je werkt met jonge en oude patiënten. Soms hebben ze een aangeboren afwijking, soms zie je ze als gevolg van een ziekte. En ja, ook veel patiënten komen bij je na een ongeval. Hoe het ook zij, vaak kun je veel voor mensen betekenen.
En het mooie is dat je het hele traject zelf doet: lichamelijk onderzoek, diagnose, behandelen, opereren, nazorg. Lang niet altijd opereer je. Je doet ook veel conservatieve behandelingen zoals het geven van advies en medicatie, vaak in samenwerking met andere specialisaties en paramedici, zoals revalidatieartsen, sportartsen en fysiotherapeuten. Dat levert niet alleen een intensief patiëntencontact op, maar ook een boeiende samenwerking met andere disciplines.
De opleiding orthopedie is opgebouwd uit veertien verschillende EPA’s. Binnen de EPA’s onderscheiden we 3 niveaus: basis, verdieping en specialisatie. Er zijn 6 verplichte EPA’s en 8 facultatieve. Voordat je je op die facultatieve EPA’s toelegt moet je bekwaam verklaard zijn voor de verplichte EPA’s.
De opleiding bestaat uit een vooropleiding Heelkunde en de vervolgopleiding Orthopedie. Gemiddeld zal je 1½ jaar doen over je vooropleiding en 4,5 jaar over je vervolgopleiding. De vervolgopleiding Orthopedie doe je minimaal 18 en maximaal 24 maanden in een UMC en minimaal 24 en maximaal 30 maanden in één of meer niet-universitaire opleidingsinstellingen.
De opleiding Orthopedie kent een basisjaar waarin de aios zich in elk geval dient te bekwamen in de verplichte EPA’s:
- Het uitvoeren van een poliklinisch orthopedisch consult
- Het verlenen van perioperatieve zorg en het behandelen van postoperatieve complicaties
- Het indiceren, aanleggen en controleren van gips, immobiliserend verband, orthopedische hulpmiddelen en schoeisel
Afhankelijk van je IOP start je tegelijkertijd meteen aantal van de overige verplichte en/of facultatieve EPA’s op verdieping. Actuele maatschappelijke en/of organisatorische thema’s komen in de EPA’s aan bod, maar zijn ook verweven in het (discipline-overstijgend) onderwijs dat je gedurende je opleiding volgt. In het vervolg van de opleiding verdiep je je naast de facultatieve en verplichte EPA’s in ten minste 1 niet-klinische rol.
Gedurende de gehele opleiding hou je je ontwikkeling en ontwikkeldoelen per onderdeel bij in een IOP. Met het IOP houden zowel jij als je opleider zicht op de planning, doelen en voortgang van je opleiding, op de opleiding en ambities als geheel (het vergezicht) en op onderdelen van de opleiding (die nu aan de orde zijn). In je IOP beschrijf je persoonlijke ontwikkelpunten die gaandeweg de opleiding naar voren komen en hoe je daaraan werkt. Je stelt je IOP op voorafgaand aan het introductiegesprek. Eventueel eerder verworven competenties en ambities vertaal je naareen individueel, persoonlijk leertraject. De bespreking van je IOP is een vast onderdeel van voortgangs-en jaargesprekken en bepaalt mede de inhoud van het vervolg van je opleiding.
Het digitaal portfolio is één van de belangrijkste hulpmiddelen voor de opleider om de vordering in de ontwikkeling van de aios te volgen en te beoordelen.
Je wordt gedurende de opleiding beoordeeld op
- Bekwaamverklaringen voor EPA’s
- Niet-klinische rol
- Deelname discipline-overstijgend onderwijs
- Wetenschappelijke activiteit (artikel gepubliceerd of 1 wetenschappelijke presentatie gehouden of 1 poster gepresenteerd)
- CCOC-kennistoetsen
De opleider Orthopedie in het UMCG is dr. J.J.W. Ploegmakers. Dr. P.C. Jutte is plaatsvervangend opleider.
De belangrijkste opleidingsactiviteiten vinden plaats in de kliniek, tijdens of in de marge van de klinische werkzaamheden. Het oude meester-gezel-model blijft een belangrijk element van de opleiding: niet alleen voor het aanleren van kennis, maar ook voor het aanleren van een juiste attitude, wijze van samenwerking en dergelijke. Het optimaal benutten van deze momenten is het fundament van de opleiding. Te denken valt aan activiteiten in de operatiekamer –voor, tijdens en na afloop van de operatie – en op de polikliniek. Maar ook patiëntenbesprekingen, overdracht, zaalvisite, en multidisciplinair overleg lenen zich hiervoor.
Er zijn per opleidingsjaar minimaal tien dagen beschikbaar voor cursorisch onderwijs. Van deze tien dagen moet een aios minimaal 60% besteden aan orthopedisch-inhoudelijke cursussen en minimaal 20% aan cursussen op het gebied van organisatorische en/of maatschap-pelijke thema’s. Een aantal cursussen zijn voor alle aios verplicht:
- Teach the Residents in het 1e opleidingsjaar orthopedie
- Centrale Cursus Orthopedische Chirurgie (CCOC)drie per jaar, ter voorbereiding op de drie kennistoetsen
- Stralingscursus
Per EPA staat beschreven welke cursussen verplicht zijn om bekwaam te kunnen worden verklaard. Daarnaast kies je in overleg met je opleider, welke opleidingsactiviteiten voor jou persoonlijk het meest geschikt zijn om de EPA’s te behalen en je te bekwamen in niet-klinische rollen.
Je mag gedurende je opleiding gemiddelde een halve dag per week aan wetenschap besteden. Tijdens de opleiding dient elke aios een aantal CAT’s uit te werken en één artikel te publiceren of één wetenschappelijke presentatie te houden of één poster te presenteren op een (inter)nationaal congres. Het geven van onderwijs aan, en het begeleiden van co-assistenten en jongerejaars aios is een belangrijk onderdeel van je opleiding.