Doorgroeien in de Keel-, Neus- en Oorheelkunde

1
ziekenhuis biedt de A-opleidingen aan
3
ziekenhuizen bieden de B-opleidingen aan
3
plekken per jaar beschikbaar (gemiddeld)
KNO is het specialisme dat zich bezighoudt met aandoeningen en ziekten van keel, neus en oren. Hieronder vallen ook aandoeningen van de hals- en speekselklieren, afwijkingen in de slokdarm, duizeligheidklachten en evenwichtsstoornissen, allergieën van de bovenste luchtwegen en communicatieve stoornissen. Omdat het werkterrein van de KNO-arts breder is dan de naam van het specialisme doet vermoeden, wordt ook wel van KNO-heelkunde en heelkunde van het Hoofd-Halsgebied gesproken.
De opleiding tot KNO-arts duurt 5 jaar. De opleiding is vormgegeven conform het curriculum ENTER, dat landelijk is vastgesteld. In dat plan vind je minutieus uiteengezet hoe de opleiding in elkaar zit. Welke verplichte stages zijn er? Hoe is het cursorisch onderwijs en het werkplekleren is georganiseerd en hoe er wordt getoetst?
Op basis van ENTER hebben de gezamenlijke opleiders een regionaal opleidingsplan gemaakt voor de OOR N&O. Het regionale opleidingsplan bevat opleidingsschema’s per jaar en per thema.
Na registratie is subspecialisatie in de hoofd-halsoncologie, ototlogie en laryngologie mogelijk. Subspecialisatie duurt 2 jaar.
Aios hebben de mogelijkheid twee jaar voor de start van de opleiding het promotietraject te beginnen. Hoofd-halsoncologie, cochleaire implantatie en tinnitus (www.huizingastichting.nl) zijn de onderzoekslijnen in het UMCG.