Wat was de impact van Covid op de opleiding van aios? En wat leert dat ons over opleiden? Aios Edward Buitenwerf, anios Laura Scholten en opleider Dennis Huugen blikken terug en kijken vooruit.
EDWARD BUITENWERF (32) is eind derdejaars aios Interne geneeskunde en werkt in Isala. Hij begon er zijn Longstage in maart 2020. ‘De afdeling stroomde vol. De werkdruk was extreem. Allereerst natuurlijk door de belasting in uren maar ook door wat we meemaakten.’ Dat opleiden erbij inschoot was op dat moment niet relevant. ‘Opleiden is nooit netjes afgebakend. Opleidingsmomenten worden natuurlijk gepland maar leren is vooral doen, vlieguren maken. Geplande momenten werden vaker gecanceld. Maar het leren ging natuurlijk wel gewoon door. Medisch-inhoudelijk leerden we veel. Maar we leerden ook veel over hoe je de zorg in al die veranderingen kunt organiseren en hoe je kunt communiceren.’
Reflecteren
‘We namen geregeld de tijd om te reflecteren op wat we met elkaar deden. Ik zag het niet als leren maar als moment om de organisatie te regelen, om stoom af te blazen, om elkaar overeind te houden. Achteraf was dit alles natuurlijk een enorme leerervaring. Pas toen de relatieve rust weer was weergekeerd werd ik me daarvan bewust. Gelukkig konden we toen ook weer opleidingsmomenten inplannen. Want ik bleek die wel gemist te hebben. Tegelijkertijd, nu de druk weer oploopt en collega’s ziek worden of in afwachting van een test thuis moeten blijven, zagen we ook dat ze weer snel op de achtergrond dreigden te raken.’
ANIOS LAURA SCHOLTEN (27) werkt inmiddels drie jaar in het MCL als anios. Het eerste jaar op de afdeling Heelkunde en sinds 2019 op Longgeneeskunde. ‘Het geplande onderwijs is op Longgeneeskunde vrij straf georganiseerd en ja, anios worden geacht daarin mee te draaien. Die bijeenkomsten vervielen in die eerste Covid-periode. Maar natuurlijk leerden we erg veel. Allereerst door dingen zelf uit te zoeken. En door met collega’s en specialisten te overleggen. Maar nog het meest door dingen zelf te doen. Het voeren van moeilijke gesprekken bijvoorbeeld. De eerste keer dat ik een patiënt en zijn familie moest vertellen dat we wilden gaan paliëren was spannend en moeilijk. We hebben dat gesprek niet specifiek nabesproken maar er was steun van collega’s en specialisten. En de specialisten gaven aan: “Als je je er niet comfortabel bij voelt, geen probleem, dan help ik.” Je leert ermee omgaan. Ik heb wat dat betreft enorme stappen gezet. Het gaat me veel gemakkelijker af, ik ben bijvoorbeeld een stuk duidelijker en voel beter aan hoe je het gesprek in moet steken in individuele gevallen.
Alles bij elkaar heb ik er heel veel waardevolle lessen geleerd. Daar kreeg ik begeleiding bij, beslist. Maar het waren geen doelbewuste lessen. Je komt in die drukke perioden veel dichter op elkaar. Die saamhorigheid zorgt voor korte lijntjes. Je vraagt elkaar makkelijker om advies; de specialisten trouwens ook. Vergeet de verpleegkundigen niet. Ik heb ook van hen heel veel geleerd.
Expert-positie
Ze werkt nu zo’n anderhalf jaar vooral op de Covid-zorg. ‘Ik heb daardoor een bijzondere expert-positie in het MCL. Ik werk nu een groep aios, anios en specialisten in voor het werken op de Covid-afdeling. Hoe doen we de logistiek op de afdeling, wanneer moet iemand naar de IC, maar ook wel: wanneer kun je zien dat iemand het niet gaat redden? Als ik dat gedaan heb, is er voor mij weer tijd om aan andere dingen te werken.’
En het opleiden straks? Dat gaat waarschijnlijk op de oude voet verder. Het is goed dat een opleiding gestructureerd in elkaar zit al kan het misschien op sommige onderdelen wat losser, wat meer individu-gericht.’
DENNIS HUUGEN (45) is opleider Interne Geneeskunde in het Deventer Ziekenhuis. Kun je überhaupt als aios je opleiding doen tijdens zo’n crisis? ‘Ja. Dat heeft alles te maken met hoe ik tegen opleiden aan kijk. Een belangrijk onderdeel van de opleiding van aios bestaat uit “learning on the job”. Natuurlijk, die eerste golf was het echt alle hens aan dek. Iedereen hielp mee. Reumatologen, neurologen, noem maar op. Maar ook toen – maar misschien is dat wel een beetje mijn roze bril – leerden aios veel. Van de ziekte Covid én van het managen van een crisis. Gelukkig slaagden we er na die eerste golf wel in om de aios zo veel mogelijk buiten schot te houden. Je leert het vak door te doen en door op je handelen feedback te krijgen. Dat konden we na die eerste golf volhouden.’
We kwamen dichter bij elkaar. Ook door de manier waarop we het organiseerden.
Na die eerste golf zette Huugen alles op alles om aios weer echt vrij te maken voor de opleiding. De aniossen deden samen met de ziekenhuisartsen en de staf de Covid-patiënten en aios konden weer hun opleidingsplan volgen. Dat heb ik echt geleerd de afgelopen periode: je moet als opleider de opleiding en de opleideling beschermen. Opleiden en bedrijfsvoering moet je proberen zoveel als mogelijk te scheiden. Daar staat het Deventer Ziekenhuis ook voor.’
Saamhorigheid
Tijdens de crisis veranderde de opleidingssituatie. “Klare specialisten” en aios begonnen allemaal op nul waar het Covid betreft. Huugen: ‘Dat doet wat met de opleidingssituatie. Mijn gevoel zegt: we kwamen dichter bij elkaar. Ook door de manier waarop we het organiseerden. Er was een pool van artsen: assistenten en staf. Met z’n allen zaten we in de artsenkamer en werkten de visites uit. Je zit dan gewoon veel meer op elkaars lip. Vergelijk die situatie maar met de normale gang van zaken. Ik superviseer op een verpleegafdeling. Die wordt gerund door een aios, een anios, een co-assistent en een semi-arts. Ik ben daar ongeveer een uur per dag.
We hebben in Deventer tijdens de eerste golf de reguliere zorg al vrij snel afgeschaald zodat er meer dokters voor de patiënten beschikbaar waren. Daardoor hadden we af en toe ook echt gelegenheid om met elkaar te praten over wat je meemaakt. Ik herinner me een moment dat we met 4 of 5 artsen aan het eind van de middag een lege patiëntenkamer hadden geconfisqueerd, we hadden bordje nasi op schoot, de deur was dicht. En hoe afschuwelijk de situatie ook was, het was stiekem gewoon gezellig. Toen we op dat moment hoorden dat er die avond een bus zou aankomen met 5 extra patiënten barstten we in lachen uit. Hoe gaan we dat nu weer oplossen? Maar de saamhorigheid schiep de kracht om door te gaan.’
We leggen de lat te hoog
EDWARD BUITENWERF zag dat ook stafleden zich soms geen raad wisten met de situatie. ‘We leggen de lat te hoog. Je kunt niet alles goed doen. Dat we het met elkaar deden, staf en assistenten, dat was geen enkel probleem. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik daar zat met mijn beoordelaars. Nee, integendeel. We bouwden echt aan wederzijds begrip.
Ik begon mijn longstage op het moment dat Covid begon. Wie stond er bij wijze van spreken dag en nacht bij de patiënt aan het bed? Precies: ik. Het kennis- en ervaringsverschil tussen aios en staf vervaagde als het om Covid ging. Ik kreeg dus meer zelfstandigheid maar werd daarin meestal ook echt gecoacht. De vraag werd: “Je hebt iets bedacht. Neem mij mee in je gedachtegang.” Al moet ik zeggen, niet iedereen is daar sterk in. Soms hoor je ook gewoon “Prima, doe maar”.
En nu? Gaat de opleiding weer zijn gewone gang? ‘Nee. Voorheen was het gepland onderwijs wat “kris-kras” georganiseerd. Ik heb daarom het initiatief genomen om per maand thematisch in te richten. Samen met enkele andere aios hebben we gezorgd voor een doorlopende lijn. Bovendien zijn mensen verantwoordelijk gemaakt voor een thema. We zijn daar nu mee begonnen en de eerste reacties zijn positief.’