Nieuws
image

Wat doet stress met de lerende mens? Die vraag stond voor de bijna 180 deelnemers centraal in het vierde LEARN symposium op 7 februari. Programmaleider professor Debbie Jaarsma verzorgde de aftrap.

Jaarsma wees op het belang van dit soort bijeenkomsten. LEARN gaat nu eenmaal over het bouwen van kennisnetwerken op het gebied van het medisch onderwijs en de medische opleiding. Ook daarom is het grote aantal deelnemers uit zo veel verschillende disciplines belangrijk, aldus Jaarsma.

Key note speakers waren neurobioloog (en lid van de Raad van Bestuur van het UMCG) professor dr. Marian Joëls en filosoof Menno de Bree. Professor dr. Chris Watling (Western University in London, Ontario, Canada) verzorgde de Rein Zwierstra-lezing. In een groot aantal lezingen, workshops en presentaties verdiepten de deelnemers zich verder in het thema ‘Leren onder stress’..

Joëls en De Bree spraken over wat stress doet met de lerende mens. Dat zijn niet alleen verkeerde dingen, leert neuro-biologisch onderzoek. Milde stress kan ook helpen bij het leren, aldus Joëls. De Bree betoonde zich wat somberder. Stress – en dan vooral existentiële stress, gerelateerd aan vragen als “doe ik er wel toe?” – ligt zeker bij jonge dokters voortdurend op de loer. En een pasklare oplossing is er niet.

Milde stress kan ook helpen bij het leren

Rein Zwierstra-lezing

Chris Watling ging in de Rein Zwierstra-lezing, mogelijk gemaakt door de OOR Noord- en Oost-Nederland, uitvoerig in op het geven van feedback. Het klinkt zo eenvoudig maar goede feedback is in de kliniek niet vanzelfsprekend. Watling leidt zijn publiek daarom langs enkele andere feeedback-culturen. Die van ballerina’s, musici en sporters. Hoe krijgen zij feedback? Door directe observatie en tips hoe het beter kan (of moet). Watling stelt vast dat een ballerina die van haar docent hoort: ‘Ja, prima hoor’ terecht ontevreden is.  Wat leer je daar nou van? Hetzelfde geldt voor musici en sporters: kritiek – ook ronduit negatieve – helpt hen verder.

foto Floor Velthuis
Chris Watling tijdens de 4e Rein Zwierstra-lezing

Dergelijke feedback komt in de opleiding tot arts nog te weinig voor, stelt Watling vast. Al is het alleen maar doordat er nauwelijks sprake is van directe observatie.

Directe observatie

Watling vertelt over een experiment waarbij een grote groep arts-assistenten op 4 momenten in het jaar op de voet gevolgd worden door steeds dezelfde supervisor die hen direct observeert en hen meteen daarna uitvoerige feedback geeft. De reacties waren laaiend enthousiast: ‘Nog nooit zulke goede feedback gekregen!’ Watling suggereert dat deze manier van feedback geven mogelijk effectiever is dan de versnipperde feedback door verschillende supervisoren in de grote opleidingsklinieken zoals Nederland die ook kent.

Feedback-cultuur

Watling stelt vast dat een deel van het probleem daar zit: in de directe observatie. Tegelijkertijd weet hij als praktiserend neuroloog ook dat directe observatie in de medische opleiding lastig is. Het zit minder in onze opleidingscultuur dan die van musici, sporters en ballerina’s. En er spelen in de medische praktijk natuurlijk veel meer belangen dan die van de arts-in-opleiding die tot de top wil behoren. Benader feedback daarom meer vanuit de organisatie. Hoe kun je de zorg en de opleiding zo organiseren dat directe observatie en daarmee goede feedback wél van de grond kan komen? Met dit soort praktijkonderzoek houdt het LEARN-netwerk zich ook al bezig.

Foto’s Floor Velthuis

Deel deze opleiding

Leer meer over LEARN

LEARN, Levenslang leren als basis voor goede zorg

Ga naar de pagina over LEARN