Eind april publiceerde aios Anesthesiologie Gerbrich Galema de eerste resultaten van haar onderzoek naar de socialisatie van aios en anios in hun opleidings- en werkplek. Het artikel werd gepubliceerd in BMC Medical Education. Het onderzoek wordt bekostigd door het Innovatie- en wetenschapsfonds van de OOR NO.
Waar gaat je onderzoek over?
Ons onderzoek gaat eigenlijk over de vraag hoe je als aios of anios onderdeel van de groep wordt. Met ‘groep’ bedoelen we het ziekenhuis, de afdeling, de onderafdeling, het specialisme. Je moet dan veel nieuwe dingen leren, zoals hoe je je werk moet doen. Maar ook moet je leren omgaan met ongeschreven regels. Bijvoorbeeld regels over waar je bij de overdracht gaat zitten of hoe laat je naar huis gaat. Deze regels of gebruiken zijn vaak nergens vastgelegd, maar je moet ze als nieuweling wel leren. In deze studie waren we vooral benieuwd naar welke de rol opleiders hebben in het begeleiden van aios in dit proces.
Een promotieonderzoek tijdens je opleiding?
Ja. Waarom niet? Het is ontzettend leuk om onderzoek te doen omdat je je enorm ontwikkelt. Dat vind ik belangrijk. Het mooie van het wetenschapsfonds is dat het je echt ruimte en tijd geeft, om een volledig promotietraject te doen. Twee jaar geleden heb ik mijn opleiding op pauze gezet. Ik ontwikkel me nu 4 jaar als onderzoeker. En door het fonds hoef ik het er niet “bij” te doen, maar kan ik me volledig focussen op het doen van onderzoek.
Door het fonds hoef ik het er niet “bij” te doen, maar kan ik me volledig focussen
En straks, wetenschap of anesthesiologie?
Ik hoop dat ik beide kan doen. Net als dat een anesthesioloog naast zijn of haar werk onderzoek kan doen naar farmacologie of hemodynamiek, is opleiden ook een vak waar je dagelijks mee bezig bent en dus ook onderzoek naar kan doen. En ik denk dat we daarin nog beter kunnen worden.
We zien bijvoorbeeld in ons onderzoek dat er opleiders zijn die het individu centraal stellen en opleiders die de werkplek centraal stellen. Terwijl we al 20 jaar bezig zijn met competentiegericht opleiden. Eén van de kenmerken daarvan is dat we de aios als individu centraal zouden moeten stellen. We zouden nog beter kunnen kijken hoe we het opleidingstraject op zo’n manier vormgeven, zodat de aios nog beter is voorbereid op het vak van medisch specialist van de toekomst.
Daarnaast zien we in ons onderzoek dat sommige opleiders heel bewust aios helpen bij de socialisatie en opleiders die daar eigenlijk niet zo mee bezig zijn. Sommige opleiders sturen aios doelbewust voor schijnbaar onbenullige klussen, om maar kennis te maken met alle relevante mensen. Secretaresses, verpleegkundigen, alle mensen die van belang zijn voor je werk. Deze opleiders zijn dus heel bewust bezig om aios onderdeel te laten worden van de afdeling.
Is zo’n promotietraject een aanrader?
Jazeker. Het is wel belangrijk dat je intrinsiek gemotiveerd bent. Het is geen makkelijk traject. De opleiding tot medisch specialist is grotendeels een traject waarbij meeste zaken zijn vastgelegd, zoals stages en leerdoelen. Heb je eenmaal alles gedaan, dan ben je klaar. Maar in een promotietraject moet je zelf meer de kar trekken, je bent zelf meer verantwoordelijk voor je eigen leerproces en ontwikkeling.
Daarnaast is het medisch onderwijskundig veld een superleuk veld. Onderzoekers hebben een achtergrond in bijvoorbeeld sociologie, psychologie, onderwijskunde, geneeskunde of nog iets anders. Bij het onderzoeksnetwerk LEARN en het jonge onderzoeksnetwerk van de Nederlandse Vereniging van Medisch Onderwijs (NVMO) word je als het ware tijdelijk ondergedompeld in die wereld. Je maakt er deel uit van een community. Je leert heel veel van elkaar. Dit helpt ook echt om je onderzoek beter te maken.
Het onderzoek van Gerbrich Galema wordt begeleid door Robbert Duvivier, Debbie Jaarsma en Götz Wietasch. Hun artikel ‘Learning the ropes’ is gepubliceerd bij BMC Medical Education en is gratis (open access) beschikbaar via: ‘Learning the ropes: strategies program directors use to facilitate organizational socialization of newcomer residents, a qualitative study’.
Foto: Gerhard Taatgen, Groningen.