Opleiding en wetenschap. Dat was het thema van de COC-vergadering in het UMCG op dinsdag 8 december. Hoe kunnen aios in het UMCG optimaal in de gelegenheid worden gesteld om hun wetenschappelijke competenties te ontwikkelen?
De vraag leeft: er waren maar liefst 85 deelnemers. Een klip en klaar antwoord kwam er niet. Vaak gaat het om de combinatie promotie-onderzoek en opleiding tot medisch specialist. Die combi is nu eenmaal zwaar. Met het risico dat het een ten koste gaat van het ander.
Ruimte voor ieders talent
Professor Marian Joëls, lid van de Raad van Bestuur van het UMCG, vindt het een mooie combinatie maar wel een die vanuit de juiste motieven moet worden gestart. ‘Doe je het uitsluitend omdat het een entree-eis is voor een opleidingsplaats? Denk dan nog eens goed na. Wie kiest voor promotie-onderzoek tijdens de opleiding moet dat doen omdat onderzoek echt haar of zijn passie is. Je moet ervoor kiezen. En ook voor latere fases in de carrière moet je kiezen om als arts wetenschap en kliniek te willen combineren. Dan kan zo’n traject uiterst waardevol zijn. Maar denk ook serieus na over andere carrièrepaden: Aiossen die echt voor patiëntenzorg kiezen. Of voor onderwijs. Of voor organisatie. Laten we niet uitstralen dat een gepromoveerde arts de enige optie is. Het Kaderbesluit stelt ook ondubbelzinnig dat die eis van een promotie niet gesteld mag worden. We moeten als umc de ruimte geven voor ieders talent en motivatie.’
Je moet ervoor kiezen.
Regiofonds
Veel van het onderzoek dat aios doen, is medisch of bio-medisch van aard. Professor Debbie Jaarsma, samen met professor Paul Brand hoofd van LEARN, vertelt over het onderzoek dat LEARN doet. Dat onderzoek betreft altijd de opleiding. ‘We zijn een toepassingsgericht netwerk. Zo hebben we samengewerkt met een opleider die zich zorgen maakt over het relatief grote aantal aios dat stopt; hij doet nu bij ons onderzoek naar de oorzaken daarvan.’ Vaak kan dergelijk onderzoek ook met behulp van het Regiofonds dat de OOR N&O heeft. Dat fonds stelt geld beschikbaar voor onderzoek en innovaties op het gebied van opleiden. Daarmee werkt de OOR N&O dus consequent aan steeds betere opleidingen. Jaarsma wees nog op de mogelijkheid om met een forse subsidie uit het Regiofonds een promotie-onderzoek te doen tijdens de opleiding. Dergelijk onderzoek moet zich dan wel richten op de opleiding zelf.
Pre-aios traject
Een van de mogelijkheden om de opleiding te combineren met een promotie-onderzoek was het zogenaamde “pre-aios traject”. Astrid Korsten, opleider KNO: ‘Dit is bij KNO een veel gebruikte constructie. Het komt erop neer dat de pre-aios gedurende 2 jaar 1 dag per week in de praktijk werkt en 4 dagen onderzoek doet. Maar voor een dergelijk traject is geen financiering meer. Toch is tot op heden de ervaring dat veel aios willen promoveren. Een mogelijkheid is om de aios een 80%-aanstelling te geven zodat de opleiding weliswaar langer duurt maar hij of zij wel de gelegenheid heeft om 1 dag per week aan onderzoek te besteden. Dat impliceert dat de aios dit zelf financiert en de druk die op de aios ligt is enorm. Wij vragen ons af of dat ethisch verantwoord is.’
Reflectie
De vraag die voorlag luidde: Hoe kunnen aios in het UMCG optimaal in de gelegenheid worden gesteld om hun wetenschappelijke competenties te ontwikkelen? Op die vraag kwam op 9 december vanzelfsprekend geen eensluidend antwoord. Als laatste agendapunt stond: ‘Gezamenlijke reflectie op de eigen keuzes, mogelijkheden en behoefte’. Dat zal de COC beslist nog oppakken.
In twee korte video’s vertelt Gerbrich Galema, aios Anesthesiologie, over haar promotie-onderzoek naar de socialisatie van aios en anios.