Nieuws
image

De COC van het Deventer Ziekenhuis organiseert op 19 april een opleidingscafé over inclusiviteit. Aanleiding was onder meer de commotie in de nieuwsmedia over ongewenste omgangsvormen. En een melding bij de Raad van Bestuur.

Karin Haring (op de foto) is affiliatie-coördinator in het Deventer Ziekenhuis en plaatsvervangend opleider Interne Geneeskunde. Zij kaartte het gevoel van onveiligheid bij co’s en assistenten aan bij haar Raad van Bestuur.

‘In het algemeen hoor ik: “Het speel beslist. Maar hier niet!” Maar ik weet gewoon: het speelt overal, dus ook hier. Ik sprak een co die wilde stoppen met een stage omdat er in de groep regelmatig subtiele discriminerende opmerkingen werden gemaakt. We hebben toen een gesprek met de Raad van Bestuur gehad omdat we het belangrijk vonden dat er ook op dat niveau meer over bekend werd. Daarna heeft de co tijdens een werkoverleg over de ervaringen verteld. Wat doen dergelijke opmerkingen met je? Een enorme stap! En voor de groep was het een eyeopener. Mensen hebben niet in de gaten hoe hard ze anderen raken met dergelijke opmerkingen. Bewustwording is de eerste stap. De tweede stap is empowerment van co’s en aios.’

Overal

Dit soort problematiek speelt overal. Dat blijkt ook uit het onderzoek naar veiligheid op de werkplek dat De Jonge Specialist vorig jaar deed. De vereniging presenteerde in oktober 2021 een verslag van dat onderzoek. Ongeveer 70 procent van de 400 aios die reageerden, voelt zich veilig en weet hoe te handelen als het toch een keer misgaat. Er zijn in Nederland ongeveer 10.000 aios. Dat betekent dat maar liefst 3000 aios zich soms wél onveilig voelen.

Het speelt overal, dus ook hier

Karin Haring: ‘Het komt nu eenmaal veel voor in de zorg. Patiënten kunnen zich soms schuldig maken aan nare opmerkingen of zelfs aan grensoverschrijdend gedrag. En een ziekenhuis is een super hiërarchische organisatie. Je moet in de pas lopen om hogerop te komen. En het is heel moeilijk om tegen de stroom in te roeien. Aios voelen zich erg kwetsbaar. Hoe dat voelt, ben je als opleider vaak vergeten.’

Wat is normaal?

Carlijn Jalink, onderwijskundige in het Martini Ziekenhuis, is het eens met Haring: ‘Vorig jaar hebben we een assistentendag belegd om het thema ‘Sociale veiligheid’ te bespreken. Hoe veilig voelen assistenten zich? Kijken we allemaal op dezelfde manier naar situaties? Zien we hetzelfde? Berenschot ontwikkelde met ons een aanpak om het thema te verkennen. Bijvoorbeeld de vraag: ‘Wat is normaal?’ Dat leidde tot allerlei goede gesprekken en tot meer bewustwording. Het gaat nu eenmaal over ingesleten patronen, heel hardnekkig. Als vervolg op die middag voor assistenten verzorgden we donderdag 31 maart een middag voor assistenten én opleiders. Ditmaal over psychologische veiligheid. Kan je zeggen wat je vindt, voel je je veilig in het team, krijgt ieder in gelijke mate het woord?’

Jalink: ‘Ziekenhuizen zijn, vooral door de manier waarop ze georganiseerd zijn – denk bijvoorbeeld aan de hiërarchie en de enorme afhankelijkheid – geen heel veilige organisaties voor assistenten. Twee jaar geleden hebben we onderzoek gedaan naar ongewenst gedrag onder specialisten, arts-assistenten en co-assistenten. Hieruit kwam naar voren dat dit, uiteraard, óók in ons ziekenhuis voorkomt. Voor ons was dat het startsein voor een aantal interventies. Waaronder dus de dagen over sociale en psychologische veiligheid. Ik ben ervan overtuigd dat we niet heel veel beter of heel veel slechter scoren op dit punt. Het is geen wedstrijd tussen ziekenhuizen. Waar het ons om gaat is dat we erkennen dat het onveilige gedrag er is. En dat we leren herkennen waar het ‘m in zit   Voor je het weet zijn we als ziekenhuizen met elkaar een wedloop begonnen. Het gaat niet om cijfers. Het gaat om bewustwording. Het begint met erkenning. Echt, onveiligheid bestaat. Ook in je eigen huis.’

Aanpak

Wat kun je doen als ziekenhuis om dat gevoel van veiligheid te vergroten? Karin Haring: ‘Een veilige werkplek gaat over je gerespecteerd voelen. Over omgangsvormen, over grenzen. Diversiteit en inclusiviteit gaat over jezelf mogen zijn. Ik heb een relatie met een vrouw. Ik ben daar open over. Veel co’s en aios zitten – in elk geval in het ziekenhuis – nog in de kast.  We moeten als opleider een voorbeeldrol vervullen. Voor de gemiddelde opleider valt dat niet mee. Hij is man en heeft alles mee. En je opleiding is inmiddels lang geleden. Je bent vergeten hoe hard iets binnen kan komen. En hoeveel moeite het kost om zo’n situatie aan te kaarten. Ook belangrijk: zorg dat je groep diverser wordt. Ik heb mijn opleiding gevolgd samen met een vrouw die een hoofddoekje droeg. We waren even goed. Maar ik wist zeker dat ik snel een vaste baan zou vinden. En zij niet. En dat klopte. Ze heeft 10 jaar gezocht en is toen in het buitenland gaan werken.’

Ook in de andere opleidingszieken trekt men zich de problematiek aan. Zo heeft het UMCG onlangs een enquête gedaan onder aios en anios. De resultaten daarvan worden in het “groot COC” besproken. Een werkgroep van opleiders, aios, P&O en de vertrouwenspersonen komt daarna met een plan van aanpak.

De studiedag in het Martini Ziekenhuis krijgt een vervolg in de vorm van een webinar voor alle medewerkers en een uitgebreidere campagne en interventies op het gebied van veiligheid. In het Deventer Ziekenhuis organiseert de COC op 19 april een opleidingscafé over inclusiviteit. Daarin verzorgt Sarita Bajnath, trainer op gebied van inclusie en diversiteit, een lezing en een workshop over privileges en intersectionaliteit.

Lees hier het artikel van de Jonge Specialist over een veilig werkklimaat

Deel deze opleiding

Vertrouwenspersonen

Soms voel je niet op je gemak of onveilig. Soms zijn er strubbelingen of dreigen er strubbelingen. Trek tijdig aan de bel! Het liefst natuurlijk in een 1-op-1-gesprek tussen aios en opleider. Soms gaat dat niet. Dan kan je altijd de COC inschakelen of in gesprek gaan met de vertrouwenspersoon.

Ga naar het overzicht